Het huis was veelzijdig
Het had bijvoorbeeld een voorkant
En een achterkant
En maar liefst twee zijkanten
Ja, veel zijkanten had het huis
Het had geen dak
Het huis had een deksel
Het huis had geen deuren
Het deksel was een deur
Het huis had geen ramen
Het had wel gordijnen
En kozijnen
Het was ook een goed geïsoleerd huis
Het was ook goed geïsoleerd
Er lag stof in het huis
En een vergeten bouwvakker
Ik word niet graag geduwd.
Ik word liever meegetrokken.
Duwen is iets tegen jouw rug, meetrekken is iets van aan je schouders of armen.
Duwen is rechtdoor, meetrekken is ergens naar links of naar rechts.
Duwen is de straat meetrekken zijn de struiken.