Leike van Oss is gefascineerd door ‘waarom de dingen gaan zoals ze gaan’. Hoe organiseren mensen, groepen en organisaties zichzelf, hoe lopen ze vast in patronen die ze zelf gebouwd hebben en hoe kan je die patronen weer open breken? Vanuit deze fascinatie werkt Leike als interim-manager, adviseur en (team)coach in contexten waarin veranderen centraal staat.
Haar belangrijkste motivatie is om werk en samen werken duidelijk, helder en eenvoudiger te maken. Het brengen van vervelende boodschappen of vasthouden aan gekozen richting schuwt zij hierbij niet. Als adviseur houdt zij zich bezig met de ondersteuning van fusies en reorganisaties, strategische heroriëntaties, organisatieontwikkelingstrajecten, conflicten en teamsamenwerking, en managementdevelopment.
Als interim-manager is zij actief in organisaties waarin verandering en organisatieontwikkeling in het primair proces in combinatie met herijking van staf-lijnverantwoordelijkheden aan de orde zijn. Als coach ondersteunt ze mensen bij de reflectie op werk en loopbaan. Hierbij maakt zij onder andere gebruik van de ZelfKonfrontatieMethode. Interim-opdrachten en adviesprojecten worden vooral uitgevoerd bij universiteiten, rijks- en gemeentelijke overheid en semi-overheidsorganisaties.
Leike studeerde eerst homeopathie/acupunctuur en later sociale psychologie. Voordat zij geïnteresseerd raakte in organisaties was zij werkzaam in haar eigen praktijk voor homeopathie en acupunctuur. Zij werkte bij GITP/OrganisatieAdvies als organisatieadviseur en sinds 1999 als adviseur en interim-manager in Organisatievragen samen met Jaap van ‘t Hek. Leike geeft als gast- of moduledocent les over veranderen en HRM aan verschillende universiteiten en hogescholen en is redacteur van het Tijdschrift Conflicthantering. Zij is Certified Management Consultant (CMC), aangesloten bij de Orde van Organisatieadviseurs
Ooit zal ik verstrengeld raken in een belangenconflict met aan de ene kant – zeg maar – mijn pleegmoeders en aan de andere kant de sociale dienst.
En dat mijn pleegmoeders dan gaan roepen: “Neemt u hem, neemt u hem maar!”
Maar de sociale dienst blijft stug weigeren: “Hij is van u, wij hebben er niets meetemaken!”
En dan gaat de ene kant met lepels en borden smijten en de andere kant
gooit stapels formulieren en pennen terug.
En dat ik dan zelf moet kiezen tussen mijn pleegmoeders en de sociale dienst
en dat ik dan tegen mijn pleegmoeders en de sociale dienst ga kiezen, en voor het conflict, de ruzie.
En dat ik zo op een hardvochtige manier alsnog volwassen zal worden.